Intro: Verso 1: Bij de zee staat een man met een schelp aan z'n oor, hij luistert naar het eeuwig lied. Achter z'n rug zingen de golven, hij hoort ze niet. Interlude Verso 2: In de tuin zit een vrouw met een boek op haar schoot, droomt zich een tijd zonder verdriet. En om haar heen dansen er vlinders, ze voelt ze niet. Interlude verse 3 In het huis in de tuin bij de zee speelt een kind, het houdt van alles wat het ziet. Het stuurt de golven en de vlinders en twijfelt niet. Outro