verse 1 Zie hoe Jezus lijdt voor mij, aan het kruis de dood nabij. Die voor mij het oordeel draagt; Hij die tot zonde wordt gemaakt. Wat een offer Hij voor mij Wie wil worden zoals Hij? Zoveel pijn, ongerechtigheid, is op Hem die voor mij strijdt. verse 2 Zie hoe Jezus biddend strijdt met de pijn, verlatenheid. Zo alleen, verwond roept Hij: Mijn God, waarom verlaat U mij? Zie wat Jezus heeft gedaan; in zijn lijden heeft doorstaan. Zoveel liefde verwondert mij; niemand heeft zo lief als Hij. verse 3 Als de Heer zijn leven geeft vlucht de dag, de aarde beeft. Zelfs de dood verliest haar macht als Jezus roept: het is volbracht! Waarlijk Hij is Zoon van God, die voor ons gekruisigd wordt. Door zijn wonden genezen wij; in zijn dood maakt Hij ons vrij. verse 4 Heel de schepping slaakt een zucht; zij ontwaakt, het duister vlucht. Jezus leeft, is opgestaan; Hij roept ons uit de dood vandaan. Juich, want Hij, mijn Here leeft! Hij die overwonnen heeft. Nooit meer tranen en nooit meer pijn; nooit van God verlaten zijn. Juich, want Hij, mijn Here leeft! Hij die overwonnen heeft. Nooit meer tranen en nooit meer pijn; nooit van God verlaten zijn.